De trap

Algemeen Sport

Tijdens het EK atletiek in Amsterdam maakte ik deel uit van het team dat atleten na hun topprestatie langs en soms door de pers moest begeleiden. Ook de sprinters – vaak nog met extreem verzuurde benen – moesten een rondje langs de (televisie)pers maken en daarvoor… de trap op, richting bovenkant tribune!

Hoe verschillend atleten met die trap omgingen, was fascinerend om te zien. Sommigen bleven eerst beneden om hun maaginhoud kwijt te raken (speciale zakjes lagen klaar), anderen probeerden de trap te ontwijken door een sluiproute te nemen. Weer anderen zakten uitgeput neer op de eerste treden om moed te verzamelen voor deze onverwachte extra inspanning. Sommigen mopperden en liepen toch “gewoon” omhoog, terwijl een enkeling de trap juist in hoog tempo nam, meerdere treden tegelijk.

Natuurlijk maakte het verschil of je tevreden was met je prestatie (mentaal), of hoe diep je was gegaan (verzuring). Maar uiteindelijk was dit vooral een kwestie van: hoe ga je om met een onvoorziene tegenvaller? Niemand had hiervoor getraind. Het was mooi om te zien hoe winnaars ineens nieuwe energie vonden en vol enthousiasme de pers tegemoet traden, terwijl anderen totaal uitgeput waren – zonder dat ze objectief gezien méér gedaan hadden.

Het deed me denken aan mijn diensttijd: na een dag marcheren kwamen we langs de kazerne, maar moesten we nog een extra rondje verder doorlopen. Ook die trap had iets symbolisch. Ik zie namelijk nog te vaak sporters die al een paar meter vóór de finish “uitlopen” en zo honderdsten verspelen – of, in de beeldspraak nóg scherper gesteld: de Duitsers die in de laatste minuut tóch nog scoren.

Misschien staat die trap wel symbool voor veel meer. Want vroeg of laat krijgen we er allemaal mee te maken – in de sport, maar net zo goed in het dagelijks leven. Dus: wees voorbereid op de trap!